dinsdag 17 december 2013

Cultuuronderwijs heeft toekomst!


Het was feest in Den Haag. Na meer dan een jaar van ambtelijk overleg over tekst en inhoud ligt er nu dan iets moois: het Bestuurlijk Kader Cultuur en Onderwijs. Het Kader is een intentieverklaring met als beleidsdoel langjarig op de verbetering van cultuuronderwijs in te zetten. De ondertekenaars waren Jet Bussemaker als minister van Cultuur, Sander Dekker als staatssecretaris van Onderwijs en de PO-Raad (vereniging van basisschoolbesturen). En zij waren niet alleen. Tal van gedeputeerden en wethouders van Onderwijs en Cultuur, van Groningen tot Maastricht trokken hun pen. Nooit eerder stonden portefeuillehouders van Cultuur én Onderwijs zo nadrukkelijk achter cultuuronderwijs om zo te laten zien dat rijk, provincies en gemeenten samen met scholen en culturele instellingen staan voor het cultuuronderwijs op onze basisscholen.

Opvallend trouwens dat het Bestuurlijk Kader niet meer spreekt over cultuureducatie maar over cultuuronderwijs, ‘onderwijs over en aan de hand van kunst en erfgoed’. Op de basisschool hebben we het dan over het leergebied ‘Kunstzinnige oriëntatie’ (beeldende vorming, muziek, dans, drama en erfgoedonderwijs). De term cultuuronderwijs in plaats van cultuureducatie benadrukt dat het gaat om regulier onderwijs dat in de wet verankerd is en niet om kortstondige ‘educaties’.

Enkele weken geleden schreef ik nog in mijn blog dat er voor cultuuronderwijs veel moet gebeuren en dat de looptijd van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit wel erg kort is. Ook Michiel de Wit trekt in zijn blogs van 2 oktober en 6 november vergelijkbare conclusies.

Dus goed dat dit Bestuurlijk Kader er nu is, dat het nu om de lange adem gaat én dat iedereen erachter is gaan staan. Met de ondertekening voorzien alle portefeuillehouders goed cultuuronderwijs van een ‘stip op de horizon’. Het Kader spreekt immers van een duurzame inhoudelijke en financiële inzet tot ten minste 2023. Tien jaar dus om extra werk te maken van goed cultuuronderwijs voor alle kinderen in de basisschool.

En dan mag het feest beginnen. Zeker als provincies en gemeenten ervoor willen zorgen dat het geld gereserveerd blíjft voor cultuuronderwijs. Daar tekenen ze ook voor! Voor het maken van duurzame en concrete afspraken op lokaal niveau, afspraken over tijd, ruimte en middelen en over de inzet van door hen gesubsidieerde culturele instellingen voor cultuuronderwijs.

Dat zoveel portefeuillehouders Cultuur en Onderwijs de intentieverklaring ondertekenden staat schril tegenover de uitlatingen van de Volkskrant van vorige week vrijdag. Daar werd in het artikel ‘Wordt het nog wat met de kunstles’ weinig vertrouwen getoond in het nieuwe beleid voor cultuuronderwijs. Eveneens in de Volkskrant lazen wij een bemoedigende reactie van minister Bussemaker: er komt geen verplicht curriculum voor cultuureducatie maar een landelijk kader voor een leerlijn. Natuurlijk, we zijn er nog niet, maar we werken er wel aan en dat verdient meer krediet!

Aan u de vraag: 'Wordt het nog wat met de kunstles op de basisschool of moeten we nu na al die inspanningen de moed toch maar opgeven'? U kunt uw antwoord kwijt in het netwerk Cultuureducatie of de groep Cultuureducatie met Kwaliteit op LinkedIn.

Piet Hagenaars,
Senior Onderzoek LKCA

woensdag 11 december 2013

Goed onderwijs - kun je dat meten?

Real learning is about doing it in a context and for a purpose
[Alfie Kohn]

(…) the humanities and the arts (…) make a world that is worth living in, people who are able to see other human beings as full people, with thoughts and feelings of their own that deserve respect and empathy
[Martha Nussbaum - Not for profit]

---

Om de kwaliteit van cultuureducatie te kunnen bepalen moet je op z'n minst een idee hebben van wat goed onderwijs eigenlijk is. Alleen verschillen de ideeën daarover nogal, of deze worden niet expliciet benoemd. Iemand die zich intensief met dit vraagstuk bezighoudt, is de pedagoog en hoogleraar Gert Biesta. Onlangs was ik (backstage, in de regiekamer) getuige van zijn keynotespeech op de Onderzoeksconferentie Cultuureducatie en Cultuurparticipatie. Na afloop nam ik het interview op dat Pascal Gielen met hem had.

Biesta signaleert in zijn lezenswaardige boek Goed onderwijs en de cultuur van het meten dat men de kwaliteit van onderwijs tegenwoordig vooral vaststelt aan de hand van hoe onderwijs gegeven wordt. Technische en organisatorische vragen over de efficiëntie en effectiviteit van leerprocessen staan centraal en worden met zogenaamd ‘waardevrije’ wetenschappelijke methoden gemeten. Cito-scores op het gebied van taal en rekenen bepalen de beoordeling. Wat het onderwijs aan- en overdraagt aan volgende generaties en waarom speelt een ondergeschikte rol. Het doel van die processen –waar dat onderwijs goed voor is - komt nauwelijks meer aan bod.

Maar wie weet is er verandering op komst, want Biesta heeft over belangstelling niet te klagen. In het weekblad Vrij Nederland werd hij vorige week geportretteerd als een van de zeven beste onderwijsvernieuwers in ons taalgebied. Het vakblad voor onderwijs en onderzoek Didactief had in het novembernummer nog een interview met hem. En ook op het symposium Opvoeden voor de toekomst (over 100 jaar pedagogiek) was hij keynotespreker.

Biesta ziet drie hoofdtaken voor het onderwijs: kwalificatie (kennis en vaardigheden opdoen), socialisatie (inwijding in tradities, cultuur, manieren van denken en handelen – kortom: culturele, maatschappelijke en burgerschapsvorming) en 'subjectwording' (de persoonsvorming van elk uniek individu). Onderwijs in elk vakgebied heeft volgens hem altijd effect in alle drie die domeinen, dus leerkrachten zouden voor elk vak per domein moeten bepalen wat ze daarin willen bereiken.

Wat is er volgens Biesta nodig voor goed onderwijs? Simpelweg de kunst- en cultuurvakken toevoegen aan het huidige curriculum - dat focust op taal- en rekenvaardigheden - is volgens hem niet genoeg. Al zijn meer aandacht en gewicht voor brede vorming op het gebied van kunst, cultuur, erfgoed, burgerschap en filosofie wel onontbeerlijk voor beter onderwijs. Hij wijst er daarbij op dat onderwijs en opvoeding veel te maken hebben met ethiek en democratie: de verhouding van elk uniek individu tot zichzelf, anderen en de wereld.

Cruciaal - ook voor de vraag wat goed kunst- en cultuuronderwijs is - is dus de vraag wat we eigenlijk met ons onderwijs willen bereiken, waar het goed voor moet zijn. Biesta is kritisch over de huidige focus op toetsbare kennis en vaardigheden, maar geeft geen pasklare antwoorden. Hij wil met zijn inzichten vooral een vruchtbare discussie over goed onderwijs mogelijk maken.

Hoog tijd dus voor een discussie in groep Cultuureducatie met Kwaliteit en het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn over de vraag: Wat is goed onderwijs? Waar gaat het in het onderwijs om, waar is het op gericht? Is de drieslag tussen kwalificatie, sociaal-culturele en persoonlijke vorming een bruikbaar uitgangspunt? Of heeft u een heel andere visie?

Michiel de Wit,
Communicatieadviseur LKCA

woensdag 4 december 2013

Wie weet nog een recept voor een erfgoedleerlijn?


Men neme kerndoel 56, men lene TULE A, men voege geleidelijk enkele molens, musea en monumenten toe en een snufje Cultuur in de Spiegel, goed roeren en klaar is Kees. Hoe moeilijk kan het ontwikkelen van een erfgoedleerlijn zijn?

Voor buitenstaanders klinkt dit recept als geheimtaal, maar in het vakoverleg erfgoedconsulenten van 22 november wisselt men opgewekt van gedachten. Is het aanleveren van een goed recept voldoende, of moet je de pannen, potten en specerijen erbij leveren? En misschien voor de zekerheid de ingrediënten zelf ook? En de kok? En de disgenoten? Wanneer is een leerlijn klaar? En wat is een leerlijn eigenlijk precies?

De infospecialisten van het LKCA gingen voor mij op zoek en vonden twintig erfgoedleerlijnen die al klaar waren. Binnenkort kan hier een flink aantal aan worden toegevoegd: erfgoedleerlijnen die op dit moment worden ontwikkeld in het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit. Een goed onderwerp dus om tijdens het vakoverleg op de agenda te zetten.

In de meeste regio's is erfgoededucatie opgenomen in de leerlijn cultuureducatie. Bijvoorbeeld in de provincie Utrecht. En in Drenthe, waar K&C volgende week het prachtige boekje 'Bouwwerk maken' presenteert. Scholen kunnen hiermee een eigen leerlijn cultuuronderwijs samenstellen.

Er zijn ook provincies die werken aan een specifieke leerlijn voor erfgoededucatie. Zo krijgen leerlingen in Groningen een werkmap Tante van de Tijd. Na acht jaar hebben ze een boekje waarin alles staat wat ze op het gebied van erfgoed hebben gedaan, bezocht en verwerkt in werkstukken. Ook in twee regio's in Friesland wordt aan een erfgoedleerlijn gewerkt. Het cultuurpanel in Stellingwerf (Oost en West), waarin de culturele erfgoedaanbieders zijn vertegenwoordigd, heeft hiervoor TULE A als uitgangspunt genomen.

'Aan de muur hangen grote vellen met het TULE-overzicht, waarop alle activiteiten die de instellingen al hebben ontwikkeld voor het onderwijs zijn ingevuld', vertelt Anja Sinnige van Keunstwurk. 'Zo zien we waar hiaten zijn. Daar wordt dan aan gewerkt. Het bestaande aanbod wordt dus op de doelen gelegd. De komende drie jaar gaan er tien scholen mee aan de slag. Aan het eind van die periode ligt er een algemene erfgoedleerlijn waar ook de andere scholen (ca. 50) mee kunnen werken'.

In een aantal gemeentes in Gelderland is op vergelijkbare manier gewerkt, hoewel daar de tijdvakken eerder als uitgangspunt werden genomen. 'Je vraagt dan wie er iets van de Middeleeuwen heeft, of uit de tijd van de industrialisatie en kijkt vervolgens of alle perioden gedekt zijn', zegt Ben Bregman van EDU-ART. In Noord-Holland wordt juist de ontwikkeling van het kind als uitgangspunt gekozen. 'We kijken vooral wat past bij welke leeftijd, wanneer kinderen met opa en oma in gesprek gaan en wanneer we iets kunnen met canonvenster de Beemster ', zegt Vibeke Roeper van de Cultuurcompagnie.

En in Brabant wordt de wens van scholen als uitgangspunt genomen. Drie scholen hebben daar gekozen voor een specifieke erfgoedlijn. Alle andere scholen die in Cultuureducatie met Kwaliteit meedraaien willen liever een geïntegreerde leerlijn.

Wat is uw uitgangspunt bij het samenstellen van de receptuur voor een erfgoedleerlijn: de leerling, de school of de culturele instelling? Deel het met uw collega's en lees ook wat zij doen in de groep Cultuureducatie met Kwaliteit of in het netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

Melissa de Vreede,
Senior projectleider cultuureducatie