Al jaren werken onderwijs en cultuur samen. Een structurele relatie, waarin je samen culturele activiteiten ontwikkelt, heeft meerwaarde voor leerlingen. Dat is het idee. Een zoekopdracht op Cultuurplein.nl op de term samenwerking levert maar liefst 264 resultaten op. Een aantal van deze resultaten gebruik ik als materiaal voor het schrijven van een artikel voor het Jaarboek Actieve Cultuurparticipatie 2013 over cultuureducatie in de schoolpraktijk.
Wat me opviel is dat veel van de tot nu toe ontwikkelde kennis gaat over de totstandkoming van samenwerking. De uitvoering en evaluatie van samenwerkingsprojecten, zowel van het proces als van het resultaat, komen maar weinig aan bod. Terwijl dit toch de belangrijkste fases zijn om inzicht te krijgen in de inhoudelijke kwaliteit van cultuuronderwijs. In de provincie Utrecht is onderzoek naar creatief partnerschap gedaan dat wél inzichten geeft.
Onder supervisie van Nelly van der Geest van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht onderzochten Annemiek Laarhoven en Hinke Breimer van Kunst Centraal een door hen geïnitieerd partnerschapsproject met drie podiumkunstinstellingen, Holland Opera, De Dansers en Het Filiaal, en zes basisscholen. Inhoudelijk doel was de verdieping van kunst- en cultuurbeleving bij leerlingen. Procesmatig doel het ontwikkelen van partnerschap als manier van werken. Per basisschool is een activiteit geobserveerd. Groepsleerkracht, cultuurcoördinator, het gezelschap én leerlingen zijn geïnterviewd.
Inhoudelijk zorgden de partnerschappen voor verdieping omdat leerlingen intensief konden samenwerken met professionals. De culturele instellingen bleken de samenwerking meer te zien als een manier om producten efficiënt uit te zetten, dan als tijdelijke ontwikkelvoorziening gericht op innovatie van producten. Slechts één van de partnerschappen bood mogelijkheden om nieuwe ideeën, werkwijzen en producten te ontwikkelen.
Algemeen beeld uit het onderzoek is dat gezelschappen sterk aanbodgericht denken, en scholen sterk afnamegericht. Als scholen meer initiatief tonen en zelf met ideeën komen vergroot dit de kwaliteit van het partnerschap, aldus de onderzoekers. Nieuwsgierig naar de ervaringen? Lees er alles over in het verslag monitoronderzoek partnerschap (oktober 2012). Tipje van de sluier: flexibiliteit, dialoog en reflectie, draagvlak, tijd, energie én geld zijn belangrijke succesfactoren.
Nog meer weten? Het Filiaal is een van de casussen op de Netwerkbijeenkomst theater- en danseducatie over duurzame samenwerking (9 oktober bij het LKCA). Nelly van der Geest werkt momenteel aan een boek over creatief partnerschap. Voordat dit uitkomt kunt u alvast de presentatie over de resultaten van haar monitoronderzoek bezoeken op de Onderzoeksconferentie Cultuureducatie en Cultuurparticipatie (25 november bij Fontys HvdK Tilburg).
Hoe is het bij u gesteld met de uitvoering en evaluatie van samenwerkingsprojecten? In het netwerk Cultuureducatie en in de groep Cultuureducatie met Kwaliteit heb ik een discussie geopend waarin u uw ervaringen kunt uitwisselen en eventuele problemen kunt bespreken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten