Ik heb iets met Finland. Tijdens mijn studie heb ik vijf maanden gestudeerd aan de Universiteit van Helsinki. Wat heb ik toen veel moois gezien! Bovenstaande foto is genomen boven de poolcirkel in Lapland. Van het Finse onderwijssysteem, en hoe succesvol dat is, had ik toen geen weet. Maar Finland is al sinds 2000 het best scorende Europese land in het PISA onderzoek van de OESO. Hoe dat zo gekomen is, beschrijft Pasi Sahlberg in zijn boek Finnish Lessons. Er is zelfs een Nederlandse website bij het boek, waar Sahlberg laat zien wat Nederland van het Finse onderwijs kan leren.
Ook Jan van den Akker, directeur van SLO, roemde in LRPLN 11 de hoog opgeleide en zeer gemotiveerde Finse leraren. Wel vond hij het nodig het Finse succesverhaal te nuanceren, want … Finland kent een nationaal curriculum van wel 320 bladzijden, dat iedere tien jaar herzien wordt, gestoeld is op een stevige theoretische basis en in hoge mate structureert wat er in Finse scholen geleerd wordt. Toch zeggen leraren zich mede-eigenaar te voelen van dat curriculum en de professionele ruimte te ervaren om dit naar eigen inzicht uit te voeren.
Onlangs sprak ik twee medewerkers van de SLO van Finland; Mikko Hartikainen en Eija Kauppinen. Van hen begreep ik dat kinderen in Finland pas vanaf 7 jaar naar de basisschool gaan en daar tot hun 16e jaar blijven. Maar ik leerde vooral dat er veel tijd is ingeruimd voor de kunstvakken in het curriculum. In de jaren 1 t/m 4 totaal 12 uur per week, verdeeld over muziek (4), visuele cultuur (4) en handvaardigheid (4). In de jaren 5 t/m 9 is dat zelfs 14 uur. Dans is dan nog onderdeel van gym en drama van Fins en literatuur.
In Nederland is niet voorgeschreven hoeveel uur er aan elk vak moet worden besteed. Op basis van monitoronderzoek weten we dat er ongeveer 7 uur per week aan kunst- en cultuureducatie wordt gedaan. De onderwijsinspectie constateerde onlangs dat de kunstvakken en gym tijd hebben ingeleverd ten gunste van wereldoriëntatie. Een groot verschil dus met de Finse situatie.
Er is ook een overeenkomst. In Finland maken leerkrachten op lokaal niveau eigen curricula die gebaseerd zijn op het nationale curriculum. In diverse gemeenten zijn er leerlijnen voor kunst ontwikkeld als aanvulling op het nationale curriculum, onder meer met behulp van culturele instellingen. Dit lijkt veel op de huidige situatie in Nederland. Bij ons wordt op kleine schaal, in partnerschappen, gewerkt aan innovatie en verdieping van kunstcurricula. Deze vullen het landelijk leerplankader van SLO dat in 2014 beschikbaar komt aan.
In Finland financieren gemeenten het onderwijs voor ongeveer vijftig procent. Zij bepalen mede de prioriteiten van scholen in hun regio. Zij kunnen bijvoorbeeld subsidie verlenen om gespecialiseerde kunstvakleerkrachten in te zetten in de laatste jaren van het basisonderwijs. Dit is weer heel anders dan in Nederland. Bij ons hebben gemeenten niet zo veel invloed.
Wat zeggen deze verschillen en overeenkomsten ons? Wordt de kwaliteit van kunsteducatie beter als er voorgeschreven uren zijn voor de kunstvakken in een nationaal curriculum? Als scholen in Nederland minder autonomie zouden hebben? En gemeenten een meer sturende rol?
Is de situatie in Finland inderdaad eentje om met gepaste jaloezie naar te kijken? Ik wissel graag met u van gedachten in de groep Cultuureducatie met Kwaliteit op LinkedIn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten