Posts tonen met het label 21ste eeuwse vaardigheden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label 21ste eeuwse vaardigheden. Alle posts tonen

woensdag 18 juni 2014

Dé 21st century skill?

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het Nederlandse curriculum voldoet aan eigentijdse eisen? Eigenlijk altijd een actuele vraag, omdat onderwijs een belangrijk aandeel heeft in de toekomst van onze kinderen. Maar nu net wat actueler omdat de Onderwijsraad in haar advies Een eigentijds curriculum constateert dat het curriculum niet systematisch genoeg vernieuwd wordt. Noodzakelijke (vak)vernieuwingen vinden vaak niet, te laat of te geïsoleerd plaats.

De raad benadrukt het toenemende belang van de 21st century skills. In het advies worden drie clusters van deze skills onderscheiden: (denk)vaardigheden zoals ict-geletterdheid, probleemoplossend vermogen, kritisch denken, creativiteit. Sociale competenties zoals samenwerking, communicatie, sociale vaardigheden en culturele sensitiviteit. En metacognitie, kennis van het eigen cognitief functioneren en de vaardigheid om het leren te sturen.

Natuurlijk zijn al deze skills nuttig. Maar ook nogal oppervlakkig en voor de hand liggend. Ze mogen dan niet expliciet in de kerndoelen of het schoolleerplan zijn opgenomen, iedere leraar zorgt er toch voor dat zijn of haar leerlingen dit soort competenties opdoen? De leraar is uiteindelijk degene die vorm geeft aan onderwijs.

Op ons leergebied gebeurt er juist veel aan vernieuwing van curricula. Overal in het land worden leerlijnen voor cultuuronderwijs of voor afzonderlijke disciplines ontwikkeld die aansluiten bij de lokale context. En landelijk zijn er twee leerplankaders ontwikkeld. Het leerplankader Cultuur in de Spiegel en het leerplankader kunstzinnige oriëntatie van SLO.

SLO biedt méér dan alleen dat kader, namelijk een online cursus Curriculumontwerp. Je leert er onderwijs ontwikkelen; vanuit een les een lessenreeks opbouwen, passend in een leerlijn en binnen de visie van je school. Dit lijkt mij dé noodzakelijke skill om eigentijds cultuuronderwijs concreet inhoud te geven in de praktijk.

Neem het rijtje skills niet klakkeloos over maar zie het als een aanleiding om te vernieuwen. Om zelf kritisch na te denken - weer zo'n skill - over de vraag wat je leerlingen wilt bijbrengen met cultuuronderwijs, met welke strategieën je dat doet, en hoe je aanhaakt bij de intrinsieke motivatie van kinderen om te leren.

Is het kunnen ontwerpen van lessen, lessenseries, leerlijnen en curricula niet de belangrijkste skill voor de hedendaagse leerkracht? En zijn er instellingen die vanuit hún expertise leraren hierbij begeleiden in het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit? Zie ik u op LinkedIn?

Vera Meewis
Medewerker onderzoek LKCA

woensdag 26 maart 2014

Handen denken ook: over het belang van fijne motoriek



'Ze kunnen niks meer.' Het is een resolute uitspraak tijdens de rondleiding die we kregen door de werkplaats van het schitterende TextielMuseum in Tilburg. Kunnen kinderen nog wel met hun handen werken, is de vraag. 'Nee', luidt het korte antwoord van de rondleidster, tevens vakleerkracht textiel op een basisschool. Ze legt het uit aan de groep. Met name de fijne motoriek van jongens ziet ze schrikbarend achteruitgaan. Ze strikken geen veters meer, kunnen niet omgaan met een schaar, weten een potlood niet te hanteren.

De gasten – bezoekers van een internationale conferentie over het ambacht – hangen aan haar lippen. Want de kennis van haar vak is groot. Haar liefde voor het lesgeven ook. Haar boodschap duidelijk en herkenbaar. Bij al ons enthousiasme over 21st century skills en competenties dreigen we iets essentieels te verliezen: het geoefende gebruik van je handen. Om materialen te bewerken. Om gereedschap te gebruiken. Om daadwerkelijk te kunnen maken. Theorie, kennis en sociale competenties kunnen nooit de unieke ervaring vervangen van het werken met je handen.

Dat dit gevoel van verlies niets met nostalgie heeft te maken, heeft de Amerikaanse socioloog Richard Sennett uiteengezet in zijn boek De ambachtsman (2008). Hij hekelt daarin hedendaagse fenomenen als commercialisering, flexibilisering en het reduceren van kennis tot inwisselbare competenties. Daartegenover plaatst hij het ethos van het vakmanschap, de innerlijke drijfveer om iets zo goed of zo mooi mogelijk te maken. Hij pleit voor waarden als toewijding, precisie en geduld en roemt de diepe voldoening die het maken geeft. Die innerlijke zekerheid zet hij als bindende kracht tegenover de hedendaagse vluchtigheid.

Het boek van Richard Sennett is na zes jaar – een eeuwigheid in deze tijd – nog razend populair. En begrijpelijk: hoeveel mensen herkennen zich niet in de door hem gesignaleerde ondermijning van hun vakmanschap. Ook op de conferentie in Tilburg viel zijn naam geregeld. Maar pas in het hippe laboratorium van het Textielmuseum valt alles op zijn plaats. De modernste digitale technieken worden daar gecombineerd met duurzame liefde voor het materiaal en aandacht voor de handen.

Fijne motorische vaardigheid mag zich niet beperken tot de iPad. Zoals de Groningse beeldend kunstenares Bernadet ten Hove het zegt: handen denken ook. Wie het cultureel bewustzijn wil versterken, zet de kinderen maar beter dagelijks met hun handen aan het werk.

Wat vindt u? Moet er in het cultuuronderwijs meer aandacht komen voor werken met je handen? En hoe vindt u de balans tussen theorie en praktijk binnen Cultuureducatie met kwaliteit?
Ik lees graag uw reacties in de Groep Cultuureducatie met Kwaliteit op LinkedIn


Jan Jaap Knol
directeur van het Fonds voor Cultuurparticipatie