Posts tonen met het label samenwerking. Alle posts tonen
Posts tonen met het label samenwerking. Alle posts tonen

donderdag 26 juni 2014

Excellente scholen hebben goed cultuuronderwijs, en dat is geen toeval


Het mag richting einde schooljaar wel eens luid en duidelijk gezegd: Nederland kent een aantal excellente basisscholen, ook in de kunstvakken. Om in aanmerking te komen voor het predicaat kunnen scholen zich elk voorjaar aanmelden bij www.excellentescholen.nl. Een jury beoordeelt vervolgens de leerprestaties van de school, maar kijkt ook hoe de school inspeelt op specifieke eigenschappen van de leerlingen. Ze let op de kwaliteit van het team en op het schoolklimaat. Het gaat om excellentie in de breedte. Dus niet enkel scholen met de hoogste doorstroom naar het vwo, wat eens te meer aangeeft dat ‘meetbaarheid’ slechts een gedeelte van succes kan aantonen. Bij scholen die uitblinken gaat het om de context waarin ze werken.

Tijdens de landelijke conferentie over cultuureducatie, vorige week in Den Haag, konden we kennismaken met de directeuren van twee van zulke excellente scholen: Aart Molendijk van de Wegwijzer uit Wijk bij Duurstede en Ellen Hal van de Haagse Liduina basisschool. Het publiek hing al snel aan hun lippen. Wát een bevlogenheid en wát een brede kijk op de ontwikkeling van hun kinderen. Eens te meer werd duidelijk dat het een schijntegenstelling is: taal en rekenen tegenover de kunst. Wie aan drama doet, speelt op hoog niveau met taal. En de verbinding tussen muziek en de wereld van getallen is even snel gemaakt. Wie kijkt bij het overzicht van excellente scholen vindt meer voorbeelden van basisscholen die werk maken van cultuur: De Grebbe uit Bergen op Zoom of De Fontein uit Westerhaar.

Het zou interessant zijn de relatie tussen excellentie van de school en het cultuuronderwijs verder te onderzoeken. Waar zit ‘m de kwaliteit dan in? Zijn het de vakleerkrachten zoals De Wegwijzer die inzet, over de volle breedte van de kunsten? Is het de samenwerking met het culturele veld (de schooldirecteur roemde ook de samenwerking met Kunst Centraal)? Wat betekenen de portfolio’s die in opkomst zijn voor de beoordeling van kinderen? Hoe is het verband met de overige vakken vormgegeven?

Ik vermoed dat het allemaal relevante factoren zijn, zoals ook onderwijskundig leiderschap en de betrokkenheid van het hele team meespelen. Een ding weet ik zeker. Het verband tussen de excellentie en de kunstvakken berust niet op toeval. Dat is een kwestie van bewust beleid.

Deelt u mijn overtuiging? Of juist helemaal niet? Laten we dit gesprek voortzetten in de groep Cultuureducatie met Kwaliteit op LinkedIn.

Jan Jaap Knol
directeur Fonds voor Cultuurparticipatie

dinsdag 25 februari 2014

It ain’t what you do, it’s the way that you do it


Twee weken geleden – u las er in de vorige blog al over – vond de Europese conferentie Quality now! arts and cultural education to the next level plaats in Amsterdam. Op deze conferentie draaide het om de stand van zaken rond cultuuronderwijs in Europa en de vraag hoe de kwaliteit te verhogen en te bewaken. Vanzelfsprekend werd er ook gesproken over doorlopende leerlijnen. Nationaal een actueel thema, aangezien in maart zowel de doorlopende leerlijn cultuuronderwijs van de SLO als Cultuur in de Spiegel worden ‘opgeleverd’. Maar ook in de rest van Europa, zo bleek uit het aantal inschrijvingen voor de deelsessie met dit onderwerp.

Deze werd ingeleid door Lode Vermeersch, onderzoeker aan de HIVA in Leuven. Hij presenteerde drie soorten leerlijnen: een leerlijn waarbinnen de lessen kunstzinnige oriëntatie als losse, vaak geïsoleerde vakken gezien worden; een deels geïntegreerde leerlijn waarbij de lessen kunstzinnige oriëntatie onderling samenhang vertonen; en een volledig geïntegreerde leerlijn waarbij de lessen kunstzinnige oriëntatie verweven zijn met de andere vakken. Wat is nu de beste vorm, vraagt u zich wellicht af. Het antwoord vindt u in de titel van deze blog, die ik stal van de heer Vermeersch.

De discussie die volgde ging over de doelen van doorlopende leerlijnen voor cultuuronderwijs, de deskundigheid van leerkrachten en het samenspel tussen instellingen en onderwijs. Er werden verschillende conclusies getrokken – kunst moet het kind helpen betekenis aan de wereld te geven, cultuuronderwijs moet kinderen leren kunst in te zetten om zich te uiten, enzovoort. De belangrijkste conclusie was toch wel dat het nodig is de functie van kunst in de veranderende maatschappij onder de loep te nemen. Want pas als die functie helder en gedeeld is, kun je een doel en de weg daar naartoe bepalen.

Op de tweede conferentiedag constateerde Marc Vermeulen, professor in onderwijssociologie bij TiasNimbas, twee verschuivingen in het onderwijs in Europa. Op politiek niveau verschuift de nadruk steeds meer van het opvoeden van kinderen als goede burgers naar het behalen van doelen en resultaten: wat je erin stopt, moet ook iets opleveren. Daarnaast signaleerde hij de bureaucratisering van het onderwijs: het geven van onderwijs niet meer als roeping, maar als een ambtelijke functie met een bijbehorende behoefte aan wetten en regelgeving waarbinnen de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd.

Kortom: de tijd lijkt rijp voor een gesprek met beleidsmakers, wetenschappers en het onderwijs over de functie van kunst in de samenleving en over cultuuronderwijs in een schoolcurriculum dat vraagt om concrete resultaten en heldere regels. Een eerste, belangrijke stap in dit gesprek is de aansluiting van cultuuronderwijs op de pedagogische visie van de school. Laat het nu juist deze stap zijn die op dit moment binnen het programma Cultuureducatie met Kwaliteit wordt gezet.

Hoe is het bij u in de regio geregeld? Sluit het cultuureducatieve aanbod aan op de pedagogische visie van de scholen? Welke inspanningen verricht u om dit voor elkaar te krijgen? Ik lees uw bijdrage graag in de groep Cultuureducatie met Kwaliteit op LinkedIn.

Tynke Hiemstra
Programmacoördinator Cultuureducatie met Kwaliteit