woensdag 4 december 2013

Wie weet nog een recept voor een erfgoedleerlijn?


Men neme kerndoel 56, men lene TULE A, men voege geleidelijk enkele molens, musea en monumenten toe en een snufje Cultuur in de Spiegel, goed roeren en klaar is Kees. Hoe moeilijk kan het ontwikkelen van een erfgoedleerlijn zijn?

Voor buitenstaanders klinkt dit recept als geheimtaal, maar in het vakoverleg erfgoedconsulenten van 22 november wisselt men opgewekt van gedachten. Is het aanleveren van een goed recept voldoende, of moet je de pannen, potten en specerijen erbij leveren? En misschien voor de zekerheid de ingrediënten zelf ook? En de kok? En de disgenoten? Wanneer is een leerlijn klaar? En wat is een leerlijn eigenlijk precies?

De infospecialisten van het LKCA gingen voor mij op zoek en vonden twintig erfgoedleerlijnen die al klaar waren. Binnenkort kan hier een flink aantal aan worden toegevoegd: erfgoedleerlijnen die op dit moment worden ontwikkeld in het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit. Een goed onderwerp dus om tijdens het vakoverleg op de agenda te zetten.

In de meeste regio's is erfgoededucatie opgenomen in de leerlijn cultuureducatie. Bijvoorbeeld in de provincie Utrecht. En in Drenthe, waar K&C volgende week het prachtige boekje 'Bouwwerk maken' presenteert. Scholen kunnen hiermee een eigen leerlijn cultuuronderwijs samenstellen.

Er zijn ook provincies die werken aan een specifieke leerlijn voor erfgoededucatie. Zo krijgen leerlingen in Groningen een werkmap Tante van de Tijd. Na acht jaar hebben ze een boekje waarin alles staat wat ze op het gebied van erfgoed hebben gedaan, bezocht en verwerkt in werkstukken. Ook in twee regio's in Friesland wordt aan een erfgoedleerlijn gewerkt. Het cultuurpanel in Stellingwerf (Oost en West), waarin de culturele erfgoedaanbieders zijn vertegenwoordigd, heeft hiervoor TULE A als uitgangspunt genomen.

'Aan de muur hangen grote vellen met het TULE-overzicht, waarop alle activiteiten die de instellingen al hebben ontwikkeld voor het onderwijs zijn ingevuld', vertelt Anja Sinnige van Keunstwurk. 'Zo zien we waar hiaten zijn. Daar wordt dan aan gewerkt. Het bestaande aanbod wordt dus op de doelen gelegd. De komende drie jaar gaan er tien scholen mee aan de slag. Aan het eind van die periode ligt er een algemene erfgoedleerlijn waar ook de andere scholen (ca. 50) mee kunnen werken'.

In een aantal gemeentes in Gelderland is op vergelijkbare manier gewerkt, hoewel daar de tijdvakken eerder als uitgangspunt werden genomen. 'Je vraagt dan wie er iets van de Middeleeuwen heeft, of uit de tijd van de industrialisatie en kijkt vervolgens of alle perioden gedekt zijn', zegt Ben Bregman van EDU-ART. In Noord-Holland wordt juist de ontwikkeling van het kind als uitgangspunt gekozen. 'We kijken vooral wat past bij welke leeftijd, wanneer kinderen met opa en oma in gesprek gaan en wanneer we iets kunnen met canonvenster de Beemster ', zegt Vibeke Roeper van de Cultuurcompagnie.

En in Brabant wordt de wens van scholen als uitgangspunt genomen. Drie scholen hebben daar gekozen voor een specifieke erfgoedlijn. Alle andere scholen die in Cultuureducatie met Kwaliteit meedraaien willen liever een geïntegreerde leerlijn.

Wat is uw uitgangspunt bij het samenstellen van de receptuur voor een erfgoedleerlijn: de leerling, de school of de culturele instelling? Deel het met uw collega's en lees ook wat zij doen in de groep Cultuureducatie met Kwaliteit of in het netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

Melissa de Vreede,
Senior projectleider cultuureducatie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten